Justspark blinkt uit in IT-oplossingen voor specifieke branches. Ook werken ze oplossingsgericht en weten ze als geen ander waarom IT maatwerk is. Bovendien houdt Justspark het begrijpelijk: de nodige IT-kennis die zij in huis hebben, leggen zij graag uit in normale mensentaal. Hilbert Top, sales director bij Justspark, vertelt over waarom focussen op deze drie richtingen ervoor zorgt dat de IT-partij klanten nóg beter kan helpen.
Branchespecifiek benadering
Justspark richt zich op vier duidelijke branches: bibliotheken, musea en archieven, zorg en welzijn en innovatieve industrieën. Deze vier branches passen stuk voor stuk goed bij de IT-club. Sectoren die gebaat zijn bij een “gestandaardiseerde maatwerkaanpak”. Binnen de innovatieve industrie gaat het bijvoorbeeld om productieomgevingen die 24 uur per dag, zeven dagen per week moeten draaien. Stilstand is daar geen optie, de werkdruk ligt vaak hoog en efficiëntie is een proces dat continu in ontwikkeling is. Zo kijken we per relatie, welke oplossingen aansluiten bij de behoeftes en ervoor zorgen dat IT de motor is voor innovatie en de producten die zij voor hun klanten creëren.
Maatwerk en oplossingsgericht
Justspark staat voor maatwerk en oplossingsgericht denken. ‘Aan de ene kant proberen we zoveel mogelijk te standaardiseren. Dat is het beste te beheren’, vertelt Hilbert. ‘Aan de andere kant zie je dat elke klant weer zo zijn uitzonderingen heeft. De basis is vaak hetzelfde: mensen moeten kunnen e-mailen, ze moeten Word kunnen openen, ze moeten documenten op kunnen slaan. Maar dat kleine percentage waarin ze net iets verschillen van vergelijkbare klanten, daarin maak je als IT-partij het verschil.’
Als voorbeeld noemt Hilbert een welzijnsinstelling. Elke welzijnsinstelling heeft niet alleen een aantal medewerkers in dienst, ook werken ze met ontzettend veel vrijwilligers. ‘Voor vrijwilligers heb je echt andere IT-middelen nodig dan voor medewerkers. Wil je alle vrijwilligers bijvoorbeeld een volledige werkaccount geven? Daar moet je andere manieren voor bedenken. Ook die mensen moeten een e-mailadres hebben of bij bepaalde bestanden kunnen om deze te bewerken. Door met maatwerkoplossingen juist met die belangrijke zaken per klant rekening houden, kun je als IT-club echt het verschil maken.’
IT in normale mensentaal
Negen van de tien keer gaat Hilbert mee naar de eerste gesprekken met klanten. ‘Van origine ben ik geen IT’er. Ik heb de Hospitality Business School gedaan. Van daaruit ben ik de sales ingerold en uiteindelijk bij een IT-organisatie terechtgekomen. Ondertussen weet ik wel iets van IT, maar ik denk niet op die (technische) IT-manier. Waar het mij om gaat zijn de processen. Het eerste gesprek bij de klant is meestal op management- niveau, bijvoorbeeld met een financial director. De tweede afspraak gaat het meer om de techniek: dan zorg ik dat ik een technisch iemand bij me heb. Uit die gesprekken komen vaak de belangrijkste zaken, die nodig zijn om de juiste keuze te maken wat betreft de aangeboden oplossing.’
‘In het eerste gesprek stel ik heel andere vragen, zoals: hoe lang kun jij je het permitteren om offline te gaan? Dat klinkt niet zo heel technisch. Voor een medewerker van een relatie zegt 99,9% uptime namelijk niet zoveel. Die procenten klinken als heel wat, maar het houdt toch in dat iemand per jaar een hele werkdag niet kan werken. Dat is die IT in normale mensentaal.’ Dan, lachend: ‘En daar ben ik goed in, juist omdat ik die IT-taal niet spreek.’